Long time no blog :(; Now you have one! :)

Tijdje terug, maar nu weer tijd om de draad op te pakken en jullie te informeren over onze resterende weken in Nieuw-Zeeland!

Na Rotorua kwam Taupo en daar moesten we een belangrijke beslissing nemen. We moesten beslissen wat we gingen doen met de dagen die nog voor ons lagen. Volgens de Kiwipas zouden we eerst weer omlaag naar Wellington moeten voordat we terug naar boven konden, maar we vonden dat dat ons teveel nutteloze tijd zou kosten en zodoende besloten we om in Taupo enkele nachten te blijven en daarna the Nakedbus terug naar Auckland te pakken. In Taupo wachtte ons nog een kans op de skydive van Jappie en zodoende bleven we er twee nachten.

Op weg naar Taupo heeft Morrie voor het eerst de nieuwe route bekeken. We stopten bij Te Puia; een geiserpark van de Maori. Hier hebben ze nog drie geisers actief, van de honderden die ze er ooit hadden. Volgens de Maori is het een signaal van de natuur dat we moeten stoppen met het uitmelken van de aarde. Pas als we daarmee stoppen, schenkt de moeder de geisers terug. In dit park zijn de Maori erg aanwezig. Er staan speciale huizen voor verschillende skills. Er is een houtbewerkinghuis, waar verscheidene jonge Maori bijeen komen om de oude kunst van hun volk te maken, en een hut waar de vrouwen hun ceremoniële rok maken van vlas. Het is je toegestaan om mee te kijken achter glas; heel tof om te zien hoe ze dezelfde werktuigen gebruiken als honderden jaren geleden. Toch heeft ook de kettingzaag voor het grove houtwerk hier zijn intrede gevonden.

Na Te Puia hadden we een korte stop bij een vulkanisch museum. Het was pas nieuw en kleinschalig opgezet; toch boeiende informatie te vinden over recente uitbarstingen en actuele aardbevingen (o.a. de naschokken in Christchurch). Een kort, maar redelijk informatief bezoek. Helaas barstte de hemel open en gooide het in ene al zijn gespaarde water omlaag. Het skydivebusje voor Jasper stond voor de deur en vol goede moed is het busje vooruit gereden om toch een poging tot springen te doen.

Jammer genoeg dacht het weer er anders over; de wolken wilden de hemel niet verlaten en zodoende was er geen oog groot genoeg. De dag van aankomst bleef een nat zooitje en ook de volgende ochtend was het weer te slecht voor een dive. We hebben onze tijd dus maar in alle rust wandelend doorgebracht, lekker wat winkeltjes gekeken en ook zo nu en dan een aantal filmpjes gekeken in het hostel.

The Nakedbus heeft onze ogen goed geopend voor de voordelen van Kiwi. Ongemerkt leer je zo veel van je driverguides, die om de zoveel tijd even mededelen wat er links en rechts zoal te zien is, dat het een gemis is als je eenmaal in de ‘gewone’ bus zit. Er is geen andere stop dan één korte plasstop en de oppikpunt(en) van een stad. Het is vooral een saaie bedoeling waar niemand iemand kent en waar geen mens elkaar goedendag wenst. We zijn het ‘gewone’ openbaar vervoer dus al helemaal verleert!

Met nog een week op de teller kwamen we aan in Auckland, niet met de intentie om hier langer te blijven, maar om nog een additional pass te kopen richting de noordpunt met Cape Reinga en Paihia. Waar het noordereiland tot op dit moment ons van regen voorzag, bleek de uitloper geen regen te kennen. De zon straalde en de temperaturen waren erg aangenaam over alle dagen dat we hier waren.

Het is een klein dorpje; een van de eerste Europese settlements in Nieuw-Zeeland, en het ligt aan een heel tof stukje strand. Op dit stukje strand zijn we een ijsvogeltje tegen gekomen en schelpen die nog helemaal intact waren. Ook een camper vol Amerikaanse hippies werd op dit stuk strand geleegd en daarom hebben we ook nog even met hen staan praten.

Op onze eerste dag Paihia zijn we een duikshop tegen gekomen en de daarop volgende dagen zijn we aan de PADI Open Water begonnen; hebben we de eerste stappen naar een duikbrevet genomen. Helaas konden we niet op tijd onze medische clearance krijgen om de Open Water dives te doen, dus we zijn halverwege onze PADI gekomen, maar hem helaas niet af kunnen maken. Wel hebben we hele toffe dagen erop zitten met de theorie bestuderen (en slagen voor het examen!) en de zwembadduiken.

Om toch ook wat van de omgeving te zien hebben we de dagtocht naar Cape Reinga in Auckland bij onze KiwiEx pas gekocht. Dit was een hele dagtocht naar het noordelijkste puntje van Nieuw-Zeeland langs de 90 miles beach, de oeroude Kaori trees en sandboarden. De eerste stop waren de Kaori Trees, waar er nog maar zo weinig van op Nieuw-Zeeland te vinden zijn. Volgens onze chauffeur waren het nog baby’s vergeleken met de reeds gekapte bomen en hadden ze nog minstens een paar eeuwen voor zich. Destijds zijn de Europeanen met al deze bomen aan de haal gegaan, die zo hoog en zo dik zijn, dat ze de perfecte basis vormen voor alle scheepsonderdelen. Door de jaren heen zijn ze zo gretig gaan kappen, dat er nu bijna geen bomen meer over zijn.

Cape Reigna is voor de Maori een heilige plek. Ze geloven dat hun doden hun geest losmaken van hun lichaam en aan een tocht naar het dodenrijk beginnen. Daarbij trekken ze door heel Nieuw-Zeeland om hun laatste rustplaats via het noordelijkste puntje te kunnen bereiken. Op Cape Reinga staat een boog, natuurlijk uit rotsen gevormd, met één eenzame boom ernaast. Dit is de plek waar volgens de Maori de ziel oversteekt naar het hiernamaals.

Voor degenen die uit de Europese iwi komen, is dit de plek waar twee grote wateren samen komen. De Pacific Ocean en de Tasman sea. Of in het Hollands; de Grote Oceaan en de Tasmaanse Zee. De botsing creëert hele toffe golven; ik had niet gedacht dat je het mengen van twee losse wateren zo duidelijk zou kunnen zien. Ik begrijp daarom ook nu pas hoe men ooit stukken aaneengesloten water afzonderlijke namen heeft kunnen geven (buiten dat de mensheid dingen namen geven nogal fijn vindt).

De dag was inmiddels goed op dreef en nu gingen we op weg naar de lunchstop aan het strand en dan het sandboarding om vervolgens door te rijden over 90 miles beach. De meeuwen waren nogal nieuwsgierig tijdens onze lunch en iedereen werd door grote groepen belaagd. De kunst van het meeuwen wegjagen is echt heel simpel: negeer ze compleet, dan denken ze dat je niets interessants hebt en dan gaan ze. Jaag ze weg; en je wordt opeens héél interessant.

Een klein stukje verder rijden na de lunch bracht ons bij de duinen. Dit was de befaamde plek om te gaan sandboarden. De regels zijn simpel; je pakt een board uit de bus, loopt zo’n 30 meter de duin omhoog, gaat bovenaan op je buik op het board liggen, klemt je vast, zet je af en probeert zo ver mogelijk te komen. De theorie is heel gemakkelijk, de praktijk leert dat het je vast blijven houden terwijl je omlaag glijdt nogal lastig is. Met 60 km/h over zandhobbels naar beneden roetsjen is leuk, zanderig en vreselijk pijnlijk als je verkeerd neerkomt. Maar dat is risico van het vak! (En voor ons makkelijk te zeggen omdat het ons niet is overkomen.) Voor het thuisfront; filmpjes van Jappie op het board van de duin af, in de bios zodra we terug zijn!

De 90 miles beach staat op de kaart als officiële weg; het is toegestaan om met je auto over het strand te rijden en alle verkeersregels gelden. Wel is aangeraden om met een behoorlijke auto dit stuk af te leggen, want met je Smart is dit stuk écht niet te doen. Wij crossten in een speciaal gemodificeerde bus over dit uitgestrekte stuk strand, rijdend door de golven op sommige stukken. Het is overbodig te zeggen dat het stuk bij vloed méér dan onverstandig is. En aan het einde van de beach was het einde van de dag echt in zicht; alleen nog het saaie stuk hoofdweg en dan terug naar het hostel. Toch was het een mooie dag, volgepakt met allerlei leuke dingen!

Aan het einde van ons verblijf in Paihia maakten we een boottocht, eigenlijk naar Hole in the Rock, maar omdat het een stormachtige dag was, konden ze de tocht niet maken. Ze veranderden van plan en gingen met nog meer inspanning op zoek naar dolfijnen. Het was een mooie tocht met een ietwat ruwe zee en aan het einde de beloning met tuimelaars! Ze deden hun naam eer aan, terwijl ze om de boot buitelden en om de zoveel tijd even omhoog keken of ze nog wel toeschouwers hadden. Onze gids had een goede kennis over de dolfijnen en kon ons ook over de persoonlijkheden van ieder dier op zich dingen vertellen. De ervaring om ze zo bij je te hebben is amper te beschrijven, wellicht beter in foto’s uit te drukken?

Terug in Auckland was het nog een dagje rondkijken en het Kelly Tarlton’s bezoeken. Er gaat een shuttel van vlakbij ons hostel ernaartoe en gelukkig ook maar, want een uur naar een attractie lopen is toch niet zo’n lolletje. Het is een groot aquarium dat onder water gebouwd is. Het heeft de dieren van dieper uit zee, maar het is heel leuk om uit het raam te kijken en tegen de zeelijn aan te kijken. In verschillende bassins hebben ze verschillende dieren en ook hier hebben ze de voordelen van een koepel ontdekt (zoals in het Oceanium in Blijdorp). Bij het zien van de vier soorten haaien, verheugden wij ons op wat er komen ging; snorkelen in the Shark Cage.

Gehuld in een wetsuit en gewapend met duikbril en snorkel stapten we in de kooi met ijskoud water. Het schijnt te helpen als je aan warmte denkt terwijl je dit doet, maar ik heb het nog niet helemaal weten te ontdekken. De gids vertelt over de dieren in het bassin en trekt de kooi aan de rails door het water. De passagiers van de kooi komen op ooghoogte met de haaien en als je even goed nadenkt, is het toch wel gek dat je slechts gescheiden wordt door een netje en een perspex onderplaat. De haaien komen geïnteresseerd dichterbij en ook de pijlstaartrog komt zo nu en dan even bij je kijken. Visjes zie je bijna niet om je heen, maar daarvoor was je ook niet gekomen! Na een half uurtje in het ijskoude water, klommen we terug de warmte in, dit keer met een extra ervaring; hoe het is om met haaien en roggen te zwemmen.

En bijna ongemerkt kom je zo bij je laatste dag Nieuw-Zeeland aan. Je checkt vroeg uit, doodt de tijd met een beetje laptoppen en wacht op de bus die je moet hebben. Dan rijd je met een melancholisch gevoel door de stad, met een laatste blik op Auckland en stap je het vliegveld op. Wij hebben terug gekeken op een prachtige tijd hier en vonden het zeker jammer dat we “zo snel” alweer moesten vertrekken.

Onze vlucht naar LA met Air New Zealand gaf ons nog de laatste kijk op Nieuw-Zeeland, waar we tegen het donker vanaf vlogen. Terwijl we de tijdzones doorkruisten, werd ons fantastisch eten geserveerd. Ik weet niet hoe ze het doen; maar dit vliegtuigeten was zowaar echt lekker. Bij alle voorgaande vluchten hadden we al veel te snel genoeg van de happen, hier hoopte je op meer. Met avondeten van pittige kip tot gestoofd rundvlees, ijs als toetje en pannekoekjes met appel en blueberry als ontbijt, hebben wij een heerlijke maaltijd aan boord gehad! De rest van de vlucht was ook dit keer vooral slapen en hier en daar een filmpje kijken in voorbereiding op de lange overstap in LA.

Vooraf hebben we overlegd met onze reisagente over een hotel in LA en zij zei dat het daar makkelijk te regelen was. Wij vonden het echter, eenmaal daar aangekomen, zonde om voor een uurtje of 6 slaap een hotel te boeken, dus hebben we ons in de internationale terminal verschanst; de enige plek waar eettentjes en wat winkeltjes zijn. Om de tijd te doden hebben we wat spelletjes op de laptop gespeeld, wat gegeten en gedronken, in Jappies geval ook slapen en uiteindelijk met een Zwitserse jongen richting onze feitelijke terminal gelopen om onze vroege ochtendvlucht te pakken. Ik kan niet zeggen dat deze lange wachttijd een succes is geweest, maar een ramp was het ook weer niet!

De vluchten die we daaropvolgend maakten naar Miami en Curaçao zijn eigenlijk niet echt te beschrijven. In het vliegtuig kreeg je alleen water met chloor gratis en waren de belegde (koop)broodjes in no-time out of stock. Er was geen schermpje om ons bezig te houden en ook niet echt interessante boekjes of magazines om wat mee te doen. Ik was tegen die tijd zo op, dat ik de toevlucht in de slaap gezocht heb op beide vluchten, met een korte periode van waken tijdens onze overstap op Miami. In Miami hadden we één uur overstap en dat hebben we precies weten te halen gelukkig.

Zo landden we na een lange drie dagen op een eiland dat voor ons bloedheet was. Na de milde temperaturen in Nieuw-Zeeland, waren we de drukkende hitte in Singapore alweer vergeten en kwam deze warmte als een klap. We werden door een vriendelijke taxichauffeur naar het appartement gereden, waar de volgende dag mijn ouders en zusje ook aankwamen. Dat was het begin van twee behoorlijk relaxte weken Curaçao; meer daarover als we terug in de Pays-Bas zijn, waar we ook alles over onze avonturen in New York zullen vertellen!

Namens Jasper hartelijk dank voor alle felicitaties! We kijken ernaar uit jullie allemaal snel te zien!

Maori, Morrie and More

Hey allemaal,

We hebben de afgelopen dagen wat minder internet gehad, dus vandaar tot op heden nog geen blog. We zijn de afgelopen dagen flink wat in de weer geweest en hebben vooral een hoop bussen gepakt van hot naar her. Het verraste me zelfs om te zien dat het laatste wat we schreven Wellington was! Het gevoel van de dagen is echt heel gek. Ik zou nu pas een week op reis kunnen zijn, maar ik ben de dagen van de week al vergeten en moet iedere dag opnieuw vragen welke datum het toch eigenlijk is vandaag.

Na Te Papa en de Zoo zijn we nog een dag in Wellington gebleven. We hebben besloten om die dag rustig aan te doen en zodoende hebben we rustig de was gedaan ’s ochtends, zijn we lekker de stad door gaan wandelen en hebben we een filmpje in de bioscoop gepakt. Supertof om in zo’n grote zaal te zitten (denk Pathé size!) met alleen jezelf, je vriend en twee onbekenden. Muziek vol aan, 3D brilletjes op en gaat u maar! De film was wel tof (The Green Lantern, wie heeft die gezien?) maar in de loop van het verhaal vonden wij dat er nogal wat draadjes los hingen en dat de volle potentie bij lange na niet uit de film gehaald is.

De volgende ochtend was het eventjes zeulen met de backpacks, want we moesten een heel eind teruglopen naar de YHA voor onze pickup, maar we hebben het gered. We waren echter ietwat ontredderd door een opengesprongen fles. De hele tas vol, tickets nat en de boeken die ik door de trip heen verzameld had helemaal volgezogen met zoet spul. We hebben de helft van de inhoud weg moeten gooien, ook de boeken helaas, en zijn weer een stukje lichter de bus in gestapt.

De bus bracht ons die dag omhoog naar Taupo, best een lange rit vanuit Wellington, vergelijkbaar met de afstand Queenstown tot Christchurch. Het noordereiland is alleen qua weg een stuk minder kronkelig dan het zuidereiland. Hier kun je het dus wél klaarspelen om hele stukken per dag af te leggen. Onderweg maakte Kiwi een aantal van de gebruikelijke stops; Huka Falls en een paar toiletstops. En zo kwamen wij aan het einde van een relatief korte dag aan in Taupo, waar we twee nachten zijn gebleven.

Taupo is omgeven door Hot Pools, thermische wateren en een prachtig national park. We hadden er heel graag de Tangariro Crossing gedaan; een grote wandeltocht van een hele dag door het national park met warmwaterbronnen, meren, bergen en natuurlijk ook Mount Doom. Nu het winter is, kijkt men extra naar de weersverwachting en helaas werd het park gesloten voor de dag dat we er bleven. Skydiven is een tweede dat men hier doet, maar ook dit werd door slechte weersomstandigheden gecancelled.

In het hele zuidereiland, tijdens de regenmaanden nog wel, zijn we amper een drup regen tegen gekomen. Door een of andere onfortuinlijke speling van het lot, treffen we de regen nu wel en vrij veel ook. Taupo hebben we zo een beetje in een miezer doorgebracht; de eerste echte regen van onze reis. Ondanks dat en ondanks de gecancellde Tangariro Crossing, hebben we een heerlijke tijd in Taupo gehad. Lekker rondstappen door het stadje, boodschapjes doen en ’s avonds (3) films van het hostel huren en lekker kijken.

Dat zou je dan bijna vergeten! Het hostel hier in Taupo is Taupo Urban Retreat. Het is een heerlijke entree met bar en computers aan weerszijden en grote open zaal voor eten, spelletjes en een potje biljart met erachter de keuken, en om dit alles heen zijn deuren die naar de gangen van de kamers leiden. Alle dorms en doubles hebben ensuite badkamers, ieder krijgt een uur gratis internet voor iedere nacht dat hij er verblijft en films huren is gratis. De mensen zijn hier daarnaast ook supervriendelijk en zijn van harte bereid te helpen met vragen, boekingen of weerchecks.

Na Taupo wierpen we ons eerste blik op Auckland, de reusachtige stad van het noorden. Het is inderdaad een grote stad, eigenlijk eentje zoals je die overal wel ziet. De Skytower van Auckland siert de hemel tussen de hoge kantoorgebouwen. Overal tentjes, bars, cafés en winkels. De populatie Chinese toeristen is met minstens 1000% gestegen en daarmee ook de epilepsiebezorgende cameraflitsjes overal. Sambal baaij?

We verblijven, ondanks de nare ervaring in Wellington opnieuw in een Base hostel. Opnieuw een fabriek, dat zeker nu het gebouw een stuk of 9 verdiepingen telt. De lift van het hostel gaat zo snel dat hij je hoofdpijn bezorgt, maar het hostel zelf is okay, ware het niet dat er geen raam in de kamer zit en de airconditioning niet helemaal goed is afgesteld.

We hebben dit keer alleen de middag/avond in Auckland, omdat de bus naar het zuiden terug de volgende dag al vertrekt. Erg veel aan activiteiten is er dan ook niet de toen in deze omgeving, dus zijn we naar het topje van de Skytower gegaan om Auckland te bekijken. Je zou het met een stad van dit formaat niet zeggen, maar je vindt toch overal wel een stukje groen. Auckland heeft zichzelf om de stukjes groen heen gebouwd en wat mogen die stukjes groen dan wel zijn? Nou, vulkanische heuveltjes! Vanaf de Skytower kun je zodoende in de wijde omgeving vulkaantjes bekijken, die je heel duidelijk boven de stad uit ziet steken. De grootste is Mount Eden, waar de vulkaan gelukkig nog steeds slaapt. Verder is Auckland in het donker ook leuk om te zien. De haven aan je ene kant, de stad en bergjes aan de andere kant met een heleboel fonkelende lichtjes.

Na de Skytower hebben we de straten van Auckland onveilig gemaakt. We zijn langs een man op straat gekomen met een geluidsinstallatie en een gitaar en die kon zingen! Echt heel tof om naar te luisteren en bij te blijven kijken. Als we iemand hadden gekend in de muziekindustrie hadden we de man zo een platencontract aangeboden. Dus een vermelding waard; als je dan toch eens in Auckland bent, zoek deze man eens op. Waarschijnlijk staat hij iedere avond op hetzelfde stekje!

Na een nachtje redelijk goed slapen in Base (hoewel de lift hier echt een hel is en er geen trappen zijn…) zijn we opnieuw op de bus gestapt, dit keer naar het oosten toe. Langs strandjes, door bergen en uiteindelijk een tussenstop bij the Cathedral Cove. Dit is een strandje waar een grote uitgeholde rots staat, welbekend van de ansichtkaarten. Het is echter niet toegestaan om onder de boog te lopen, dus naast een tof schelpje was er eigenlijk niet zo heel veel te zien.

De avond hebben we doorgebracht in Turtle Cove, een huiselijk hostel in de Coromandel. Hier wordt het nog echt gerund door vader, moeder en (getatoeëerde) zoon. Zodoende stond er ’s avonds huiselijke spaghetti op het menu en werd je door het hele gezin geholpen. Toen de kaas op de spaghetti werd gestrooid, kwamen we in gesprek met onze busdriver Morrie. Het is echt een hele toffe kerel met dreads en een voorliefde voor surfen, snowboarden en boomknuffelen. Het toeval wil dat hij zijn eerste bus waren na een vier weken durende vakantie naar Nederland. Zodoende kende hij een aantal Nederlandse woorden, kon met ons meepraten over de fabriekskaas hier en heeft hij ook de bus de Nederlandse kanalen hier laten zien. De rest van de reis zijn we zijn Dutchies gebleven.

De route die we in eerste instantie dachten te nemen is twee tot drie weken terug opeens gewijzigd. In plaats van de Coromandel -> Rotorua -> Waitomo -> Taupo, gaan ze nu opeens Coromandel -> Waitomo -> Rotorua -> Taupo. De reden is ons niet helemaal bekend, maar het gaf ons wel de gelegenheid om ons in te schrijven voor het legendarische Black Water Rafting. Hier had ik immers al die tijd al naar uitgekeken!

Omdat dit een van de grote activiteiten met Kiwi is, rijdt de bus zelf naar hun office toe, in plaats van een kleine shuttle. Heel veel mensen wilden zich opgeven voor de activiteit, maar omdat het de laatste dagen vreselijk geregend heeft, werd de tour in eerste instantie gecancelled. Na een tweede waterpeiling was het toch on dus hebben we ons ingeschreven voor de grootste tocht met abseilen en ziplinen; de Black Abyss. Omdat er zo veel aanmeldingen waren, werd de groep in drie gedeeld en op verschillende tijden gezet. Mensen van de Black Labyrinth en de eerste groep van de Abyss konden zich direct om gaan kleden, wij konden gelukkig eerst onze spullen in het hostel droppen en rustig onze zwemspullen bijeen zoeken.

De shuttle waarop we wachtten voor onze Abyss liet op zich wachten en uiteindelijk hebben we maar een belletje gewaagd. Door de regenval van de afgelopen dagen was de tocht tóch nog gecancelled. Eventueel morgenochtend nog de kans voor een Labyrinth, als het water dan gedaald zou zijn. Al snel kregen we te horen dat ook de eerste groep Abyss niet de caves in mocht, maar dat de Labyrinth nog wel gegaan is. Echter, als ze de Abyss van start zouden laten gaan, zou er tegen het einde van de tocht geen ruimte meer zijn voor lucht. De Labyrinth is twee uur korter en kon dus nog wel net.

De avond in het hostel Kiwi Paka hebben we een beetje zitten dubben wat we zouden gaan doen. Het was niet zeker dat het Labyrinth in de morgen überhaupt door zou gaan en het zou zonde zijn als het dan opnieuw afgeblazen werd. Desondanks zijn we met goede hoop wraps gaan maken voor ons avondeten en daarna maar vroeg naar bed toe.

Maar helaas geen Labyrinth of Abyss voor ons. Het heeft zo lang, zo hard geregend, ook die nacht nog, dat het onverantwoord was om een groep de caves in te laten. Onze bus is dus weggegaan, met ons erin, zonder dat iedereen die dat wilde de caves heeft kunnen zien. Gelukkig hebben we de dag ervoor, op weg naar Waitomo nog een oude goudmijn bezocht met allerlei gangenstelsels de berg in. Hier hebben we toch nog een aantal glowworms gezien, maar dit weegt natuurlijk niet op tegen de teleurstelling.

Rotorua, de stad van de stinkers en de stad van de cultuur. Hier stinkt het naar vulkanische activiteit die zich echt overal rond en in deze stad bevind. In Base Hot Rocks hadden we een hostel die zich recht tegenover een vulkanisch park bevond en zodoende zie je constant rook door de stad heen waaien. Met het boodschappen doen zijn we nog even bijna verdwaald, maar we waren gelukkig op tijd voor de pickup voor de Maori show die avond. In het donker zijn we naar hun dorpje gereden waar onze gekozen chief en chiefs uit andere bussen onthaald werden voor een welkomstceremonie. Na de eerste vijandelijke aftastingen, werd het vredesoffer geaccepteerd en mochten we officieel als vrienden het dorp betreden. Voor de ceremonie wordt er nog echt een beroep gedaan op de oude gebruiken van de Maori en ze proberen je zoveel mogelijk te begroeten in het Maori.

De avond is heel leuk verlopen, maar wel wat kort hoor! Je krijgt een snelle tour door hun dorpje heen, waarbij ze bij verschillende huisjes wat dingen uitleggen. Je hebt niet de tijd om bij ieder huisje te staan en luisteren, dus hebben we maar een paar dingen kunnen doen. Zo hebben we bij de spelletjes voor de jongens en meisjes gekeken, die op een speelse manier de Maori-kinderen voorbereiden op het dagelijkse leven. Daarna werden we naar de kookput geleid waar het eten 5 uur lang in de warmte werd gestoomd. Maori bereiden zo mogelijk al hun eten volgens deze “hangi”methode; ze graven in hun dorp een gat in de grond en bedekken de bodem met stenen. Die laten ze eerst een tijdje warm worden en daarna laten ze grote bakken met voedsel het gat in zakken (dit kan tot 3 meter diep zijn). Het voedsel varieert van allerlei soorten groenten tot vlees en pudding en dit dekken ze vervolgens toe met verscheidene lagen stof. Over het stof scheppen ze vervolgens zand en aarde en dan laten ze de natuur haar werk doen.

Na het kijken bij de kookput kregen we een korte voorstelling in het (Westerse) theater. Hier performden ze een paar liefdesliederen op de gitaar en fluit, deden ze wilde dansen en uiteindelijk mochten we ook een Haka aanschouwen! Tof om te zien, maar de manier waarop is wel vrij gestaged. Je weet dat dit speciaal op veel publiek is gemaakt en ergens maakt dat het toch nét iets minder echt.

Eten hebben we in een grote zaal gedaan met een grote variëteit aan voedsel. Bijna alles was op de hangimanier bereid; kip, lam, wortels, (zoete) aardappels en pudding. Alleen de pastasalade, pavlova en het verse fruit niet. Je proeft het stoom/rook duidelijk in het vlees en daardoor is het wel een smaak waar je van moet houden. Wij zijn er nog niet helemaal uit wat we ervan vonden, maar alles van de dessertafel was helemaal top! Je ontkomt er niet aan dat je verzadigd van tafel weg loopt.De avond wordt er snel na afgesloten en je wordt weer netjes voor je hostel afgedropt. Wij kijken zodoende terug op een toffe ervaring!

Ik breek het verslag hier even af om meer te schrijven. Ik heb geen idee hoeveel tekens ik in een blog mag gebruiken namelijk. Hopelijk volgt snel meer!

Wellywood

Onze eerste volle dag Wellington was een hele dag op zich! Wat onze busdriver over Wellington heeft gezegd als zijnde de stad van de wind is zeker waar; het blaast tussen alle gebouwen door en weet je tot op het bot koud te maken. Windy Wellington. En terecht!

Rosmere zit een flink stuk uit de stad en de sleeptocht van Base naar Rosemere Backpackers was een avontuur op zich met veel te veel gewicht op je rug en veel te veel tassen. Tegen de tijd dat we bij het nieuwe hostel op de stoep stonden, was het tegen elven en waren we helemaal bezweet en moe van het lopen. Toch zijn we blij dat we niet in Base zijn gebleven, want wat we daar toch allemaal aan hebben getroffen: haren van anderen tussen de ‘schoongewassen’ lakens en in de doorgesleten kussens, de kamer die nog vol staat met de vuile vaat, ondergoed en zelfs de tas van de vorige bewoner, bloedvlekken en meerdere gebruikte condooms (!!) op het herentoilet, verspreid wc-papier op het damestoilet, bestek over de vloer in de keuken, pannen vol vetvlekken, ranzige borden en naast krakende ook kapotte bedden! Gatverredamme!

Om de dag van gisteren verder op te vullen zijn we naar het museum Te Papa gegaan en wat een collectie aan dingen hebben we daar gevonden! Ze hebben zes verdiepingen vol met tentoonstellingen staan van van alles en nog wat; platentektoniek met aardbevingen en vulkaanuitbarstingen, National Wildlife van New Zealand en een heel stuk over de Maori. Ze zijn ook het enige museum in de wereld die een echte Giant Squid op sterk water hebben. Gossie, wat ziet dat beest er uit zeg! Hij heeft op zijn tentakels gewoon haken van drie centimeter groot en kaken die er echt te scherp uitzagen. Daarnaast heeft het beessie ook nog ogen ter grootte van een voetbal en passen Jappie en ik er samen zo’n drie keer in. Slik! Maar alles was dus razend interessant, hoewel we na een tijdje het ook wel een beetje gezien hadden.

Leuk om te vermelden is dat we heel wat mensen uit de bus tegen zijn gekomen in dit museum. Blijkbaar had iedereen hetzelfde idee opgevat om die dag het museum te bezichtigen. Wel grappig om in een grote stad als Wellington wel mensen te zien, terwijl je in het mini-stadje Queenstown elkaar gewoon dagenlang niet ziet.

Tegen de tijd dat we Te Papa uit kwamen, was het al zo laat, dat we naar de supermarkt en terug naar huis zijn gegaan om wat te eten. Het keukentje hier is goed uitgerust voor het aantal mensen dat in het hostel zit. In de meeste hostels kom je op misschien wel 100 mensen 1 kookplaatje tegen. Hier zijn er minder mensen maar hebben we wel 3 gasstellen met ieder vier pitten. In de ochtend hebben ze hier gratis ontbijt in de vorm van een royale hoeveelheid brood in verschillende soorten, cornflakes en nog twee ontbijtgranen, verse melk, koffie, thee en ook wat jam, boter en marmite voor op brood.

Na een ontbijtje zijn we vandaag naar de Wellington Zoo gegaan. Voor bijna niets koop je een dagkaart waarmee je de volledige dag alle bussen mag pakken. De Zoo zit een flink stuk uit de stad en we waren dan ook blij dat we het stuk niet gelopen hadden. Het dagje Zoo was leuk; opnieuw Kiwi’s gezien en nog een aantal andere beestjes, waaronder de sunbears en hele lieve ottertjes. De Emperor pinguïn (die langs het strand van Wellington gestrand is en dus flink uit de richting van Antartica)hebben we op de livecamera kunnen volgen en zo hebben we kunnen zien hoe zijn verblijf opnieuw werd opgevuld met blokken ijs. Dit hebben ze speciaal voor de pinguïn geïmproviseerd want het zijn ooit gewoon potten verf geweest, maar nu dienen ze als icemakers. Toen ze de pinguïn bij Wellington hadden gevonden zat zijn maag helemaal vol zand, dat hij binnen had gekregen in een poging zichzelf te koelen. Nu gaat dat koelen prima als je het ijs van Antartica eet, maar als je dit met het zand van Wellington probeert, krijg je toch wat last van je buik… gelukkig zijn er na een aantal operaties beterende rapporten over de pinguïn gekomen en kijken ze uit op een voorspoedig herstel. Naast de Emperor Pinguïn hebben we de verzorging van een stel wilde Kea’s mogen aanschouwen. Deze waren zo onfortuinlijk om rattengif te eten en moesten nu met medicijnen er weer bovenop geholpen worden. Nieuwsgierig als ze zijn vonden ze de toeschouwers wellicht even interessant als wij hen. We hebben ook kennis gemaakt met de eenpotige Kiwi van de Wellington Zoo. Deze kwam heel eventjes naar buiten met de verzorger om gevoerd te worden, maar dook al snel terug zijn hokje in om verder te slapen.

Wellington Zoo is leuk, maar niet zo heel groot, dus zijn we halverwege de middag opnieuw de bus in gestapt voor een beetje sightseeing en zijn we tenslotte gestrand bij de Weta Caves. Filmkenners; ken je plaatsen! Lord of the Rings, Avatar, Chronicles of Narnia, the Last Samurai, King Kong en nog veel meer! Allemaal mede geproduceerd dankzij deze studio, die zich naast de animaties gespecialiseerd heeft in o.a. wapens, armour, masks, make-up en machines. Alles van District 9 tot de Orkjes en Gollum in LOTR. Korte film gezien en helaas kom je eigenlijk niet verder dan de winkel. Toch loop je er rond in de zekerheid dat veel grote films hier voeten in de aarde hadden. En we hebben zelfs wat sneak-peaks gehad!

Wauw, gepresteerd om er slechts twee dagen over te doen om een nieuw blog te plaatsen! Eergisteren hebben we ook nog wat nieuwe foto’s erop gezet en we hopen de foto’s bij te werken de komende dagen. Dit is alleen vaak lastig door het datalimiet dat we op internet hebben. We’ll keep you all posted!

Dusky

Onze dagen in Christchurch zijn rustig; bijna aardbevingvrij, en goed verlopen. We hebben slechts 7 aardbevingen meegemaakt en allemaal overleefd! In de stad hebben we vooral rondgekeken, maar in alle dagen die we hadden, hebben we ook de gelegenheid gegrepen om de trein naar Greymouth en terug te pakken.

De trein vertrok die ochtend erg vroeg (8.15) om vervolgens om 13.15 aan te komen in Greymouth. De rails strekt zich uit langs wonderlijke valleien om vervolgens ook de bergen te beklimmen. Terwijl het landschap aan je voorbij trekt, krijg je voldoende de tijd om overal om je heen te kijken en alles in je op te nemen. Hier en daar langs het spoor moet de trein even stoppen om om een mysterieuze reden het een en ander aan onderhoud te doen. Het schijnt gebruikelijk te zijn om een aantal keer te stoppen; bijvoorbeeld om (handmatig!) wissels over te zetten. Maar wat valt er te klagen? De trein gaat niet zo achterlijk hard als in Nederland, is veel beter uitgerust en het is werkelijk waar heerlijk om op deze manier de weg door de Arthur’s Pass te doen.

Greymouth zelf is niet echt de climax van de reis. We zijn er eerder doorheen gereisd en ook toen was het al niet zoveel, maar door er nu een tweede keer een uur in te besteden, dringt toch goed door hoe klein het eigenlijk is. Een lange straat met cafeetjes en tentjes, hier en daar een winkeltje. Duidelijk is echter dat het hier om de trein draait en dat zonder deze attractie Greymouth een stuk minder welvarend zou zijn.

Jappie heeft in Christchurch een wandeling gemaakt naar de Red Zone en is met vreselijke verhalen terug gekomen. Wat de mensen daar hebben doorgemaakt is echt onvoorstelbaar. En dan te bedenken dat ze al die tijd niet eens bij hun huis in de buurt mogen komen. Ergens daar liggen nog steeds dierbare voorwerpen, die niemand mag komen halen omdat het hiervoor te gevaarlijk is. Trucks rijden af en aan om puin te ruimen, maar schot lijkt er niet in te zitten. Iedere truck die afrijdt doet nauwelijks af aan de hoeveelheid puin die er ligt.

We zijn echter ook in aanraking gekomen met een dame in de supermarkt die helemaal vanaf het Noorder eiland naar beneden was gekomen om te zien wat ze kon doen voor de Community van Christchurch. Samen met haar kerk is ze zo druk bezig om allemaal voedsel voor opvang te verzorgen. Een heel mooi gebaar en zeker prijzenswaardig, maar ergens komt ook de grens van een dergelijke tijdelijke oplossing. De mensen worden norser nu er nog steeds voor hun idee geen verandering is en ook de geldzaken worden nijpender. Gelukkig komt de overheid met $1.000.000.000 tegemoet om mensen met een lening te voorzien voor een nieuw huis; of in ieder geval voor de mensen die nu nog een huis in de Red Zone hebben. Helaas voor de Christchurch City Counsel is hun verzekering tegen dit soort schade per 1 juli afgelopen en konden ze hem niet meer verlengen. Alles wat er nu dus aan schade voorvalt, komt dus volledig voor hun rekening, mogelijk met onherstelbare schade tot gevolg!

Vandaag hebben we (na flink wat vertraging) de ferry van Picton naar Wellington genomen. De boot waar je op gaat heeft qua snelheid van in en uitladen flink wat verbeterpunten, maar was heel comfortabel om mee te reizen. Daarnaast zorgden de Dusky Dolphins vandaag als kers op de taart voor de echte show, door met 40-50 dieren de zee te sieren met hun vinnen. Die kunnen we dus ook op het lijstje afstrepen, hoewel het best tof zou zijn ze nóg een keer maar dan dichterbij te zien!

Nu in Wellington verblijven we in het hostel Base, dat zich over heel Nieuw-Zeeland uitspreid. Het is een groot netwerk en de ‘fabrieksfactor’ is duidelijk aanwezig. Gelukkig verblijven we hier dan ook niet langer dan 1 nacht, want morgen hebben we een ander hostel geboekt (Rosemere Backpackers). We blijven daar drie nachten en gaan dan omhoog naar Taupo!

Another Day for You and Me in Paradise

Dunedin is de stad van de chocolade en het bier Speights. De naam is de schotse benaming voor Edinburgh, door de tijd heen aan elkaar gekoppeld van Dun Edin naar Dunedin. Ooit waren hier een hoop oud schotse huisjes, maar veel is hier niet meer van te zien. Op het Victoriaanse stationnetje na is vrijwel alles modern, zelfs de mensen zijn hier niet zoals we de Nieuw-Zeelanders kennen. Hier zijn ze gehaast, stijfjes en kil. Althans, zo zijn de meesten.

Onze eerste avond, vlak na de busrit was een bezoekje aan de bierbrouwerij van Speights. Samen met de mensen uit het kleine, maar gezellige busje, hebben we het gebouw onder begeleiding doorkruist en hier en daar nog wat weetjes opgepikt. De tocht duurt maar een uurtje en is zeker de moeite waard om te doen als je toch in de buurt bent. Bij de biertasting, die aansluitend plaatsvindt, krijg je een goed beeld van de producten van Speights. Je gelooft het bijna niet maar ze hebben ook citroen-, limoen- en zwarte bessenlimonade, dus zelfs voor mijn garing zat er wat bij! Zeker omdat we het met onze mede busleden deden, hebben we een heel gezellige avond gehad!

De chocoladefabriek… had ik niet gezegd dat het blog snel zou volgen als we naar de chocoladefabriek zouden gaan? Nou het zit zo: het overtuigen van Jappie duurde niet meer dan de paar seconden die het mij kostte om de vraag te stellen en het hem kostte om ja te zeggen, dus dat was all sorted. Logischerwijs – ik kan natuurlijk niet blijven wachten op de chocolade – zouden we de volgende dag naar de fabriek toe gaan. Helaas: gesloten voor onderhoud, pas open als wij lang en breed weg zijn. Jammer is het wel, want mede hiervoor wilden we langer in Dunedin blijven. Dan maar een dagje sightseeing door de stad en zodoende hebben we een heel stuk stad en industrieterrein met haven doorgewandeld. Gouvenor’s café bood ons op onze tocht een lekkere hot chocolate en mango iced tea. Dus waren we aan het einde van de dag geheel tevreden.

De tweede dag Dunedin was helaas een beetje herhaling van hetzelfde. Er is maar één leuke straat in de stad, de rest is donker en grauw en de koude, harde wind en regen hielp ook al niet mee. Dus na een ochtendje uitslapen voorzichtig de stad in gehobbeld om daar lekker winkel in en uit te lopen en tenslotte in hetzelfde café wat te eten en drinken. In het hostel (Manor House) heb ik nog een boek opgepikt en zodoende heb ik nu twee boeken op zak: de ene is me gegeven in ons eerste hostel en nu deze tweede. Ben ik toch niet helemaal zonder boeken!

Vroeg de wekker voor de bus met opnieuw nieuwe mensen en dan huppakee weer op pad. Een lange dag voor de boeg, doch zeker met een paar interessante tussenstops! Een van de eerste stops was op Cannibal Bay. Een nogal ruige naam en best logisch als je het verhaal van Captain Cook erbij hoort. Destijds zijn de duinen van het strand door de Maori’s als begraafplaats gebruikt. Toen Cook aan land wilde komen was er net een storm geweest die een groot deel van het zand van de duinen af had geblazen. Overal langs dit strand staken botten, schedels en andere beenderen uit de grond. Logischerwijs gaf dit geen goede indruk af op Cook en zijn bemanning. Of ze aan land zijn gegaan is de vraag, maar het strand is vereeuwigd als Cannibal Bay. Botten liggen er vandaag de dag niet meer – of althans, niet zichtbaar – toch is het een toffe plaats om naartoe te gaan, want dit is een van de plekken waar je de sea lions kunt vinden. Ook wij hadden geluk! Helemaal aan het einde van het strand kroop een jonge zeeleeuw naar de duinen toe. Even dachten we hem kwijt te zijn, maar hij was slechts een stukje omhoog gekropen en zat zich heerlijk in de zon te drogen. Wat een mooi beestje (foto’s volgen een dezer dagen)!

De tweede toffe stop was bij een versteend bos, vlak aan zee. Er is niet veel meer over van de bomen; slechts wat boomstompjes, maar dit komt door de invloed van de wind en zee over de jaren heen. Door een vulkaanuitbarsting is het hele bos destijds ten prooi gevallen aan de lava. De door en door versteende bomen zijn hierdoor al die jaren geconserveerd en zodoende kunnen wij ze tot op de dag van vandaag bezichtigen. Ook de yellow-eyed pinguin heeft zijn plek hier gevonden; langs de kust bouwen ze op grote afstand van elkaar hun nesten. Om de zoveel tijd komt er eentje weer aan land om terug te keren naar zijn nest met eten. Of we een gelukdag hadden of niet: ook dit keer hebben we het wildlife op de bedoelde plek gezien. Het is een grote, heel leuke pinguin die geweldige hopjes maakt iedere keer als hij over een steen of boomstronk moet. Hij loopt dan heel duidelijk tot op een paar centimeter van de steen, staat stil, bereid zich voor en dan hóp de steen op. Als we terug zijn laten we dat nog wel een keertje zien, want ook al is de kwaliteit niet zo goed, we hebben een filmpje kunnen maken!

Tegen het donker kwamen we in Invercargill aan en we zijn er alleen die nacht gebleven. Daarom kan ik niet heel veel over de stad zeggen behalve: het zag er wel gezellig uit. We hebben langs de hoofdstraat gelopen en tot sluitingstijd wat zaakjes kunnen bekijken. Daarna was het lekker de kamer opzoeken en vroeg naar bed, want de volgende ochtend liep de wekker vroeg af voor Milford Sound.

Milford Sound en de weg ernaartoe is echt prachtig. Het ligt in het Fjordland National Park en alles om je heen ziet er echt prachtig uit (geen wonder dat het de setting is geweest van onder andere Narnia en Lord of the Rings!). Je rijdt langs bijna onaangeraakte stukken grond, eeuwenoude bossen en dat alles tussen prachtige bergen in. Alleen de weg en de tunnel zijn het bewijs dat er mensen zijn geweest die de grond betreden hebben. Tijdens een van onze stops langs de weg trokken we de aandacht van een stel Kea’s. Eentje vond onze bus zelfs een heel geschikte plek om uit te rusten van het vliegen en bleef zodoende voor enkele minuten op het dak van de bus zitten. Wij kijken naar hem en maken foto’s en hij kijkt even hard en nieuwsgierig terug! Het einde van de dag beloofde ons een cruise door de Sound (of eigenlijk het fjord maar er is destijds ergens iets mis gegaan in de naamgeving). Er was een buffet aan boord en het tochtje ging langs een paar watervalletjes. Op zich wel leuk, maar niet heel bijzonder meer na al het moois dat je op de heenweg al hebt gezien. De optie om met een helikopter door de Sound terug naar Queenstown te vliegen was veel interessanter, maar helaas was de bijna $600 per persoon iets te ver boven ons budget.

Opnieuw terug in Queenstown dus om daar nog een paar dagen de lucht op te snuiven. We zijn er vooral nog zo lang gebleven omdat we het zo’n gezellig en fijn stadje vinden en we hebben in de tussentijd weer heel wat nieuwe én oude mensen ontmoet. Zo zijn we in ons hostel (Aspen Lodge dit keer) Laura uit Pennsylvania, USA tegen gekomen en hebben we met haar twee avonden door gebracht. Door de aswolk boven Nieuw-Zeeland zat ze hier gestrand en moest ze wachten. Met een beetje geluk heeft ze vandaag de vlucht terug naar huis weten te pakken. Het hostel was echt heel tof met twee goede algemene ruimten, keuken en toiletten. We hadden een mooie kamer op de eerste verdieping, recht boven Laura en zodoende hebben we haar vaak in de TV lounge kunnen spreken. Het enige nadeel was dat de deur achter je meteen in het slot viel dus als je de sleutel niet bij je had… gelukkig stond er ook een ladder en is Sanne niet zo groot!

Bij een van onze tochtjes door de stad kwamen we Adam tegen, een oude bekende ten tijde van de Franz Josef die ook bij ons in de bus zat. Hij en zijn vriend adviseerden ons om zeker de gondola te proberen omdat je er prachtige foto’s vanaf kunt maken en het uitzicht stunning is. De Gondola in Queenstown geeft inderdaad een prachtig uitzicht over de stad, de bergen en de meren eromheen. Het is een beetje een gammel gondeltje naar boven, dus het is eventjes kiezen op elkaar klemmen als je naar boven gaat, maar het is het uitzicht zeker waard!

Nadat we dan uiteindelijk toch écht afscheid hebben moeten nemen van Queenstown, zijn we teruggekeerd naar Christchurch om de stad dit keer echt te bekijken. Het is ons gelukt om opnieuw een kamer te boeken in ons oude hostel Kiwi Basekamp en opnieuw hebben we het hier hartstikke naar ons zin! Bij binnenkomst werden we direct begroet door de eigenaar en werden we ook door de receptionist meteen herkend, dus dat is heel fijn binnen komen. Gisteren (onze eerste dag Christchurch) hebben we de trein naar Greymouth en weer terug genomen. Dit ritje voert je in 4.5 uur over de Canterbury plains, tussen de heuvels en door de bergen heen. Het geeft je in een 9 uur durend retour een prachtig uitzicht en een goede indruk van de omgeving. De trein is een stuk beter en comfortabeler dan in Nederland en kost je een veel minder. Je zit weliswaar van donker tot donker in de trein, maar het is heel relaxed met een lekker cafeetje aan boord met voor ieder wat wils en een uurtje sightseeing in Greymouth.

Vandaag is de dag van het blogschrijven, lekker rustig aan doen en een wandelingetje maken door Christchurch. Heel rustig even uitrusten en er een mooie dag van maken. We hebben gisterennacht nog even last gehad van een 4.2, maar verder tot op heden nog niet. Er zijn nog twee nachten voor de boeg alvorens we naar Kaikoura en Wellington gaan, dus het is nog heel eventjes bedenken wat we morgen precies willen gaan doen in Christchurch.

Hoe dan ook: we hebben het echt heel erg naar ons zin en zijn nog steeds even nieuwsgierig naar Nieuw-Zeeland als toen we hier voor het eerst aankwamen. We wilden jullie alleen nog een paar extra mededelingen doen naast het reisverslag.

  • We zijn tot de conclusie gekomen dat je meer gaat eten van reizen, maar er niet meer aankomt (onze broeken zitten iets losser dan voorheen, terwijl we inmiddels samen een pond pasta weg kunnen werken)
  • Als je gaat reizen eet je meer fruit en smaakt het je beter
  • De schaapjes hier zijn leuker en eigenwijzer dan in Nederland en moeten in Nederland ook beslist ingevoerd worden (ze hebben een heel leuk wolletje op hun kopje en zelfs hun staartjes krullen heel lief naar beneden)
  • Het is toch goed mogelijk om op onze leeftijd experimenteel eten uit te vogelen. Zo hebben we pannenkoeken zonder recept gemaakt en het heeft uitstekend gesmaakt!
  • Je leert een hoop en het reizen blijft bij zon en regen, wind mee en tegen, ontzettend leuk!
  • Bereid je maar voor, want na deze reis zijn we nog lang niet klaar met de wereld!

Groetjes aan iedereen!

The past few days

Hey allemaal!

Het is een hele tijd geleden sinds het laatste blog, maar het is nog steeds allemaal goed hier en we hebben het heel erg naar ons zin. In de tussentijd hebben we weer een aantal steden aangedaan, dus hier een korte update over onze dagen!

Na Franz Josef zijn we afgereisd naar Wanaka, waar we slechts een nacht verbleven in Mountain View Backpackers aan Russel Street. Wanaka is een klein stadje met niet zo heel veel om het lijf, aan een groot meer. Het is leuk om er doorheen te lopen voor een dagje, maar we waren erg blij dat we niet voor meer dagen gekozen hadden hier te blijven. Ik heb nog wel een Lamington geprobeerd bij een lokaal bakkertje en die smaakte best lekker. Dat was dan verder ook wel het avontuurlijke aan Wanaka voor ons. Als we een auto zelf hadden gehad was er in de omgeving wel een hoop te zien, dus wie weet als we nog eens teruggaan...

Queenstown was de volgende stop en door de busaansluitingen zijn we daar drie dagen gebleven. Queenstown is klein, gezellig en heel cosy. In the Black Sheep aan Frankton Road hadden we een hostel op enkele minuten van Downtown gevonden en daar waren we wel erg blij mee, want midden in Queenstown is nogal veel nachtleven. En om daar nou midden in te zitten... Toch hebben we het Nightlife niet helemaal ontlopen, want tijdens de tweede nacht hebben we toch meer kennis gemaakt met de Nieuw-Zeelandse Ambulance- en Politiedienst.

De twee volle dagen Queenstown hebben we eigenlijk lekker gedaan door het stadje een beetje rond te lopen en daar wat winkeltjes kijken. En in het park hebben we gekeken naar de mensen die aan het frisbee'en waren en stonden we omhoog te kijken naar bomen met een behoorlijke omvang. De vraag spookt dan wel door je hoofd: hoe oud zouden ze zijn? De frisbees waren hier speciaal neergezet in een soort van golfparcour waarbij het de bedoeling is te scoren in verschillende baskets. Veel mensen waren in groepjes hun geluk aan het proberen! We hebben ook nog leuk gepraat met een Nieuw-Zeelander die vertelde over zijn kudde schapen van 2000 ooien, 600 rammen, en een hoop lammetjes. Maar het mocht vooral niet te groot worden, want dan wordt het zo'n fabriek... Best wel tof, maar moeilijk te verstaan. Heel leuk dat je met iemand zo in gesprek kunt komen door een hondje te aaien, zeker als het nog zo'n enthousiast gesprek wordt!

Daarnaast: om voor iedereen de route een beetje helder te krijgen. We zoudenomhoog gaan terug naar Christchurch, maar omdat we nog zoveel tijd hebben, hebben we besloten om omlaag te gaan naar Dunedin, Invercargill en tenslotte aan de westkust de Milford Sounds te doen om vervolgens na wat nachtjes Queenstown pas naar Christchurch te gaan.

Zodoende zit ik nu in Dunedin met gratis WiFi en hebben we in de avonduren een brouwerij bezocht met een rondleiding door de zaak. Daarna een gratis bierproeverij en gelukkig produceren ze meer dan alleen bier: ze hadden ook frisdrank! Ik wist alleen echt niet dat er ook bier met chocolade bestond, maar dus wel!

Korte blog dus vandaag, en misschien morgen ook wel, tenzij het me lukt Jappie morgen over te halen om naar de chocoladefabriek te gaan! Er zijn gratis samples =)!

Cracking the Ice

Lake Mahinapua; een meertje dat alleen te bereiken is door een smalle doorgang die door het bos gemaakt is. Als je het pad afloopt, tussen en onder de bomen door, zie je voor je langzaam maar zeker het meer. ’s Nachts komen de gloeiwormen tevoorschijn om met hun lichtje het pikdonkere pad in het donker te verlichten. Op een onbewolkte nacht zie je de sterren, de maan, bijna even helder stralen als het lamplicht het zou doen. Tussen de bomen door zijn smalle paadjes die je naar verscheidene plekken om het meer brengen. Bij nacht is het bijna niet te doen, zo donker is het hier. Gloeiwormen, uitgestrekt water en prachtige sterren. Dat is het meer van Mahinapua.

Hotel Lake Mahinapua; aan de weg is een hotel gebouwd voor hen die het meer bezoeken. Het is simpelweg naar het meer vernoemd en heeft op geheel eigen wijze zichzelf van accommodaties voorzien. Het zijn geen stacaravans, maar het komt er dicht bij. Voor wie een double wil, worden er stapelbedden tegen elkaar geschoven. Geen extra kosten voor het feit dat je met twee een hele kamer neemt. Er is een keuken en een blok met faciliteiten voor toilet en douche. Verbazingwekkend schoon en goedkoop. Er wordt speciaal eten gekookt voor de hele kiwibus. En als je zelf niet kookt, waar anders ga je eten? Het dichtstbijzijnde dorpje ligt meer dan 30 kilometer verderop. De host is een man van 86, die zijn hele rest van zijn leven zich kostelijk vermaakt met feesten organiseren voor bustours als de KIWI Experience. Overal in zijn bar, dat deel uitmaakt van het hotel, hangen foto’s van tours met alle passagiers erop. De hele kamer is behangen met foto’s, het hele plafond hangt vol met petten en mutsen. Het is er schemerdonker, een pooltafel staat prominent in het midden en muziek komt alleen uit de jukebox, waarin je voor $2 drie liedjes uit mag zoeken. Dat is het Hotel Lake Mahinapua.

Het eten dat geserveerd wordt voor onze bus is simpel, maar goed. Een grote steak voor de vleeseters, groter dan je zelf voor de lol klaar zou maken maar wel erg lekker. Een mooi rond quicheje met een hoop ei, wat spinazie en tomaat voor de vegetariërs van die dag. Daarnaast gepofte aardappels, salade, maïskolven, wortels en doperwtjes, stoofpotje van rundvlees en een broodje. Zoals ik zei: eenvoudig, maar lekker.

We hebben een rondje rond het meer gelopen vlak voor het eten, echter geen gloeiwormen kunnen zien. Die krans zullen we pas echt groot in Waitomo krijgen, hoewel we wellicht bij Franz Josef ook wat kunnen zien. We zijn vroeg naar bed gegaan; tegen 9 uur waren we al ver in dromenland. De Britten zijn echter tot 3 uur doorgegaan met feesten en dat was in de bus ook wel te merken aan de bleke, vermoeide gezichten te zien.

De reis van vandaag was erg kort; in totaal misschien bijna drie uur. We hebben niet veel nieuws gezien, maar onze chauffeur heeft een heel aparte stop gemaakt bij een of ander café. De eigenaar van dat café heeft het jaar ervoor een prijs gewonnen voor zijn possum pies. Een possum is in Australië een gewenst dier, maar hier in Nieuw Zeeland doen ze hun best om er zo veel mogelijk om te brengen, omdat ze de vegetatie hier veel schade toebrengen. Sommige mensen vinden de eigenaar van dit café hierom een moordenaar, maar de meeste locals doen er niet moeilijk over. Hij heeft alleen een hatelijke neiging richting Aucklanders: “Due to the extra 0,005ct per liter we have to pay to keep the roads to Auckland tidy, we charge each Aucklander 0,50ct per coffee to patch our own roads.”

En aan het einde van een kort dagje kwamen we in Franz Josef aan. Een korte tour door de stad liet ons van ver al de gletsjer zien. Het bedrieglijke is alleen dat je denkt dat hij heel dichtbij is, maar als je dan kleine mensjes in de verte ziet, besef je pas hoe ver de voet van de gletsjer eigenlijk is. En daar zouden wij de dag erop op gaan lopen! We zagen er al heel erg naar uit en nu zo mogelijk nog meer!

Ons hostel: Rainforest Retreat (http://www.rainforestretreat.co.nz/) is echt een tof hostel. Met een bubbelbad, grote keuken en verder een heel mooie accommodatie. We zijn door de eigenaar gematst met een nog grotere kamer (foto’s komen later) waarop we onze eigen waterkoker, theezakjes, oploskoffie en koelkastje hebben. En daarnaast hebben we nog een hele goede tv met een filmkanaal erop, dus dat is echt helemaal toppie!

De eerste ochtend in Frans Jozef begon vroeg, met om kwart over 9 het aantrekken van onze uitrusting voor de gletsjer. We kregen schoenen, sokken, een overbroek, een jas en handschoenen en mutsen, maar daarnaast natuurlijk ook de uiterst belangrijke crampons(de ijzeren spijkers die je onder je schoen bindt voor beter grip op de gletsjer)! Tegen tien uur zaten we in de bus op weg naar het begin van onze dag. Vierenveertig mede-Kiwi’s gingen mee de gletsjer op, dus de bus zat vol met iedereen in blijde verwachting.

Voordat je bij de gletsjer bent, moet je de vallei doorkruisen die zich makkelijk twee kilometer uitstrekt. Dit gedeelte hebben we in een bloedgang weggewerkt; iedereen was al buiten adem voordat we bij de gletsjer waren en op sommige gezichten zag je duidelijk: “Waar zijn we nu weer aan begonnen?” De groep werd gesplitst tot er groepen van elf waren en een voor een vertrokken ze de heuvel op om de crampons onder te binden en het ijs op te stappen. De techniek van lopen is heel eenvoudig: til je benen iets hoger op dan gewoonlijk, stamp op gevaarlijke stukken je voeten diep in het ijs en loop verder gewoon als normaal, dan kom je er wel.

Zo zijn we meters de gletsjer op gelopen. Onze gids hakte op de lastige stukjes trapstukken uit om het ons gemakkelijker te maken en liet ons spleten en gaten in de gletsjer zien. Na niet al te lang lopen mochten we door een tunnel heen kruipen, die misschien 10 meter lang was en prachtig blauw van binnen. Die kleur hadden we voor die tijd allen nog uit de diepere gaten zien stralen, maar om het nu om je heen te zien, was echt awesome! Nat is het echter wel, want de druppels vallen vrij gestaag in dergelijke gangetjes en de wanden smelten snel onder je handen.

Naast een paar tunnels, gingen we ook door enkele smalle spleten die echt net voldoende ruimte gaven om een voet kwijt te kunnen. Twee voeten naast elkaar lukte al niet en je schouders zaten tussen de muren geklemd, dus het was vrij lastig vooruit komen. Desondanks wel heel tof en zo werkten we ons langzaam steeds verder naar boven. Achterom kijkend, ontdekte je hoe snel je toch eigenlijk klom. Omhoog kijkend, leek het een eeuwigheid te duren voor je ook maar een stukje verder omhoog was. Het was dus echt een heel aparte ervaring, maar heel tof om te doen!

De terugweg was echt slopend. Je merkt pas bij het afdalen hoe moe je bent en zeker als je dan nog een hele vallei vol stenen door moet, loop je tegen je eindje voor je bij de bus bent. Het totaal van die dag kwam op een ongeveer 12km in 7 uur over steil hellend terrein. Best iets om trots op te zijn dus!

De avond is snel samen te vatten: zitten, zelfgemaakte spaghetti eten, douchen en slapen.

Vandaag hebben we lekker lang geslapen, onze spieren geïnventariseerd, wat boodschapjes gedaan en hebben onze eerste kiwi’s gezien! Ze zijn echt superschattig en nog verbazingwekkend groot ook! De poten zijn uitvergrote kippenpoten en het is heel begrijpelijk waarom kiwifruit naar de kiwi is genoemd of andersom. Bij het lezen op wikipedia ontdekten we dat er ook kiwi’s in Avifauna zitten, dus voor iedereen die een kiwi wil zien; je hoeft niet helemaal naar Nieuw Zeeland toe, maar het hoort wel een beetje!

Nog even een lijstje van de hostels waar we allemaal geweest zijn tot op heden voor the record:
The Travellers Inn – Tyrwhitt Road, Singapore
Kiwi Basecamp – Bealy Avenue, Christchurch
Lazy Shag – Beach Road, Kaikoura
Fern Lodge (Prince Albert Hotel) – Nile street, Nelson
Basil’s Hotel – Russell Street, Westport
Mahinapua Hotel – Main Road, Lake Mahinapua
Rainforest Retreat – Cron Street, Franz Josef

En dat is het up-2-date verhaal voor vandaag. Fijne dag allemaal en tot schrijvens! Check de nieuwe foto’s die we erop hebben gezet. Er zijn er nog nieuwe bij van iets na Kaikoura, dus er is weer veel te zien!

A lovely day of sun and sand

Vandaag was het onze vertrekdag uit Nelson en weer opnieuw op reis, dit keer naar Westport. We beginnen wat meer vertrouwen in de KIWI bussen te krijgen en langzaam maar zeker durf je wat meer te vragen aan de chauffeur. Aan het begin van de reis hoor je meestal wat het programma is voor de dag en zeker langs de westkust hebben ze een heel dagprogramma met plaatsen en dorpjes die ze bezoeken. Door de dag heen krijg je nu eens, dan weer een papiertje met activiteiten, hostels of volgende busroutes door, zodat je wat vooruit kunt boeken. Erg handig, maar helaas zijn enkele bussen snel vol en moet je ófwel flexibel zijn ófwel er erg vroeg bij zijn.

De route van vandaag ging langs het Nelson Lakes National Park en hier hebben we ook een stop van een uur gemaakt om een klein stukje te wandelen en het grote meer te bezichtigen. Heel veel tijd om een echte wandeling te maken was er niet, terwijl het wel een tof park leek en er mooie wandelroutes waren. Er waren een paar busgenoten die het in hun hoofd hadden gehaald om te zwemmen. Dapper kwamen ze buiten gestapt in bikini met handdoek onder de arm. Twee van de drie hebben het water gevoeld, maar zijn er vlot weer uit gekomen, gillend van de kou. Volgens de boekjes is dit meer zelfs in de zomer niet warmer dan 10 graden, dus vinden ze het gek?

Na het park hebben we nog een korte stop gehad bij de activiteiten om een aantal mensen af te zetten die gingen paardrijden, varen of met een quad op pad gingen. Er was een heel schattig hondje met drie poten die er op stond met de bus mee te rijden. Hij had zich in een van de beenruimtes genesteld en het duurde even voordat een meisje het voor elkaar kreeg hem uit de bus te lokken. Uiteindelijk was het beestje best tevreden met waar hij was en ging hij toch maar even de paardjes opzoeken.

Tegen drieën kwamen we aan bij het hostel in Westport. De stad is in onze ogen duidelijk minder dan Nelson of Kaikoura, ook al is hij groter dan de laatste. Alles is wijdverspreid en het ziet er niet heel gezellig uit. Tegenover ons hostel zit een rugbyveldje. Ben benieuwd of ze hier op zondag, net als in Nederland, wat sportclubjes samen laten komen om te spelen.

Op aanraden van de hostelmanager zijn we naar het strand toe gelopen. Het was een kort stukje door de stad en dan de weg af langs de weilanden. Maar geen schaapje te bekennen! Wel een manege voor rodeopaarden en een hoop lege velden. Tegen het einde van de route stonden we voor de keuze of we het verharde pad of het onverharde zouden nemen. Na een klein stukje werd echter al duidelijk waarom dit pad onverhard bleef: bij hoog water, storm en zware regenval loopt het hele gebied onder en vormt dusdanig grote plassen dat je er alleen met een auto nog een beetje doorheen kan.

Het andere pad bracht ons gelukkig ook op het strand en daar konden we nog net de zonsondergang en een prachtige regenboog meepakken voordat het begon te schemeren. Het hele strand lag vol met stukken hout – en dan niet de lullige houtjes die je in Nederland op het strand vindt, maar heuse bomen lagen er tussen! Een van de hondjes die achter ons liep vond het schitterend om met die grote stukken aan de haal te gaan. Hij stond bij ieder stuk hout trots te blaffen en probeerde het dan tevergeefs met zich mee te slepen.

Halverwege het strand moet je, om terug op de weg te komen, door zo’n zelfde onverharde weg. We namen aan dat het ons best kon lukken om om de grote waterplassen heen te lopen, dus waren maar gewoon aan de weg begonnen. Tot opeens achter Jappie een auto stopt en hem aanspreekt met de waarschuwing dat er écht een grote poel water achter de volgende bocht lag. De Nieuw-Zeelanders zouden echter de Nieuw-Zeelanders niet zijn als ze ons niet direct daarop een lift aanboden en deze hebben we dankbaar aangenomen. De plas was echt heel diep en na die ene volgden er nog enkelen die we onmogelijk te voet hadden kunnen doorkruisen. En als kers op de taart heeft het stel ons tot de voordeur van het hostel gereden. Tegen de vriendelijkheid hier kan echt geen cultuur op!

Onze planning voor morgen is om direct door te reizen naar Lake Mahinapua, omdat er hier in Westport niet veel meer te doen is. Daar verblijven we naar verwachting één nachtje om ons vervolgens fris op weg te begeven naar de Franz Josef gletsjer!